DE WERKING VAN HET RELAIS
Een relais is als het ware een afstand bediende schakelaar. In een elektronische schakeling moet
dikwijls een schakelaar worden gebruikt op plaatsen die nagenoeg ontoegankelijk zijn, zodat het
onmogelijk zou zijn om die te bedienen. In dat geval kan in plaats van een schakelaar een relais
worden ingebouwd. Verder wordt een relais altijd toegepast als er tussen de plaats waar geschakeld
wordt en de schakelende contacten zelf geen lange verbindingsleidingen mogen lopen in verband met
storingen. Een relais bestaat uit een groep schakel contacten die via een magneetspoel worden
bediend. Deze spoel krijgt een elektrische spanning toegevoerd die via een normale handbediende
schakelaar kan worden bediend. Deze handbediende schakelaar kan op grote afstand van het
schakelende relais geplaatst zijn, met een paar stroomdraden als verbinding. In het normale geval
heeft het relais maar 2 schakelposities de ene positie als er wel stroom door de spoel loopt, en de
andere positie als er geen stroom door de spoel loopt. Ook bij het relais speelt de grote een rol,
in de regel hoe groter het relais, des te zwaarder de contacten, dus kan hij meer stroom verwerken.
Worden hoge spanningen geschakeld dan moet ook de contactafstand groter worden. Een bijzondere
positie neemt het gepolariseerde relais in. Terwijl een normaal relais kan worden gestuurd met een
wissel als mede een gelijkspanning die aan de magneetspoel wordt toegevoerd, kan daar in tegen een
gepolariseerd relais, alleen met een gelijkspanning worden gestuurd. Daar bij geeft de pool van de
batterij, op beide aansluitdraden van de magneetspoel duidelijk de positie in of uit aan. Een
voorbeeld: De pluspool van de batterij is verbonden met draad 1 en de minpool van de batterij is
verbonden met draad 2 van de magneetspoel, dan staat het relais bijvoorbeeld in de stand
ingeschakeld nemen we nu het batterij los dan zorgt een permanent magneet in het relais ervoor dat
de eenmaal ingenomen positie blijft gehandhaafd Opnieuw inschakelen van de batterij verandert daar
niets aan. Het wordt echter anders wanneer we de aansluitdraden 1 en 2 van plaats zouden laten
verwisselen. Dan schakelt het relais namelijk om en blijft die ingeschakelde positie gehandhaafd
tot dat de polen weer worden verwisseld.
Het gebruik van het relais in de praktijk op afstand een schakelaar te bedienen. Met kleine
schakel vermogens kleine stromen of spanningen in de magneetspoel grote stromen te kunnen
schakelen. Schakelaars op storings gevoelige plaatsen in een schakeling te gebruiken. Met een
eenvoudige schakelaar via een relais een gecompliceerde groep van contacten te bedienen. Met 1 of
meer relais logische schakelingen op te bouwen b.v in de digitale techniek, daar vervult het relais
dan een ja / nee taak.
|